Expediteurs maken zich geen zorgen over hun bestaanszekerheid
16 februari 2024 /Gepubliceerd op Logistiek.nl. Geschreven door Ferdi den Bakker.
Expediteurs zouden ten ondergaan aan de opkomst van digitale platformen en digitale concullega’s. Maar de voorspelling van een paar jaar geleden kwam niet uit. Hoe zorgen ze ervoor dat ze niet onder de voet worden gelopen en welke gevaren liggen wel degelijk op de loer?
De positie van expediteurs, tussen vervoerders en verladers in, zou de belangrijkste reden zijn voor het einde van deze businessvorm. Online platformen kunnen die rol perfect overnemen. Grote consultancybedrijven als McKinsey en Deloitte schreven hier in 2017 en 2019 nadrukkelijk over. Een blik op de huidige stand van zaken laat in elk geval zien, dat expediteurs het goed zijn blijven doen. Bedrijven als Geba Trans, Rooskens Group en Rotra groeien nog altijd. Hoe doen deze bedrijven dit en zijn er dan toch nog beren op de weg van expediteurs?
Groei in ledenaantal expediteursvereniging
Wie niet meebeweegt met de markt, ziet zijn business vertragen of zelfs eindigen. Dit adagium kan zorgen voor veel doemdenkerij, maar lijkt in dit geval niet echt op te gaan. Hoeveel expediteurs er in Nederland actief zijn en hoeveel daarvan zijn gestopt met hun werkzaamheden, is zelfs voor branchevereniging Fenex niet helemaal duidelijk. De organisatie laat weten dat er verschillende bedrijven zijn die expeditie in de activiteiten vermelden, waaronder transporteurs, cargadoors en zelfs verladers. In een enkel geval delen expediteurs zich in onder een andere Standaard Bedrijfsindeling (SBI) code. Fenex heeft op dit moment 647 leden waarvan 91 nevenvestigingen zijn. In 2017 waren er 450 unieke leden, exclusief de nevenvestigingen. Het aantal leden is dus gestegen. Toch is er ook sprake geweest van een consolidatieslag, zij het dat er volgens Fenex tegelijkertijd continu nieuwe expeditiebedrijven worden opgericht.
Digitale platformen als wolf in schaapskleren
SmartPort – A Wolf in Sheeps Clothing or a Blessing in Disguise. Dat rapport uit 2021 is volgens Fenex secretaris Liesbeth Slappendel nog altijd actueel. In het rapport staat dat digitale platformen goed gepositioneerd zijn om te profiteren van de digitale transformatie in de logistieke sector. Dat moeten expediteurs niet onderschatten, want dat gaat zeker op voor de zeer gefragmenteerde markten en in West-Europa. Meer voorspellende analyses op basis kunstmatige intelligentie is één van de aanbevelingen. Daarmee zijn administratieve processen te ondersteunen, zoals de afhandeling van procedures om aan wet- en regelgeving te voldoen. Digitale platformen kunnen een gevaar kunnen vormen voor bestaande expediteurs die niet snel genoeg digitaliseren en effect hebben op de toegevoegde waarde van de sector, bijvoorbeeld doordat kennis weglekt via grote internationale spelers.
Rol is anders door zoeken op internet
Een van de bedrijven die flink is gegroeid in de afgelopen jaren, is Geba Trans. De expediteur met locaties in Venlo en Tilburg weet wel waar die groei vandaan is gekomen. Eigenaar Fred Spijksma: “Ik ben van mening dat je altijd moet meebewegen met de markt en wij proberen relevant te blijven door te innoveren en te focussen op een hoge leverbetrouwbaarheid, serviceniveau en betrokkenheid van onze medewerkers.”
Fred Spijksma
Spijksma vraagt zich af of de doemdenkers gelijk hebben gekregen met hun voorspellingen. “Ik heb geen zicht op hoeveel expediteurs er nu zijn en of concurrenten het goed doen.” Hij ziet wel dat de rol van expediteurs is veranderd. “Mede door de opkomst van zoekmachines als Google. Vroeger wist een expediteur alles, wie hij moest inzetten voor X aantal pallets naar een bepaalde bestemming. Nu weet iedereen dat, of kan dat opzoeken. Dus moet ik als ondernemer meer doen om relevant te blijven”, stelt hij. “De intrede van platformen die inzicht bieden, maar ook grote digitale expediteurs, dwingen ons om mee te bewegen met ontwikkelingen. Digitale platformen hebben deze ontwikkeling versneld. Als je denkt ‘ik doe het al twintig jaar zo’, dan ga je het niet redden. Je zult mee moeten gaan met de ontwikkelingen op ICT-gebied die de markt vraagt.”
Ik doe het al twintig jaar zo – dat gaat je niet redden”
Wat Spijksma verstaat onder innovatie is het inpassen nieuwe werkwijzen en tools. Zoals een smart app die klanten meer inzicht in de voortgang van orders moest geven. Inmiddels werkt het bedrijf met een platform dat is gekoppeld met telematicatools in trucks. “Met dit platform van Sixfold, gekoppeld aan ons in eigen beheer ontwikkelde TMS, kunnen wij de vracht live volgen. Ook kunnen we op deze manier real-time visibility aanbieden aan onze klanten. Dit soort koppelingen zijn essentieel voor onze activiteiten.”
Quicargo bleef hangen in overgang naar scale-up
Diverse digitale platformen hebben recent het loodje gelegd, zijn gestopt of hebben het heel lastig. Convoy stopte, InstaFreight is failliet en ook Quicargo was gedwongen te stoppen. Oprichter Avishai Trabelsi, droeg daarom recent zijn functie over aan Stan Hamers, die tevens managing director freight is van ID Logistics. Trabelsi erkende eerder al, dat het doorgroeien van start-up naar scale-up nog niet zo makkelijk is. ID Logistics maakte al veel gebruik van Quicargo en ziet het platform als belangrijk genoeg om er gebruik van te blijven maken. Hamers heeft het platform daarom op persoonlijke titel overgenomen. Ook Quicargo werkt, net als expediteurs, als schakel tussen verladers en vervoerders. Maar bij dit platform ligt de nadruk vooral op het terugdringen van leegrijden samen met expediteurs en verladers.
Tijd van ‘goedkoop’ geld om te investeren is voorbij
Voor de directeur van Geba Trans staat vast dat digitale expediteurs, waaronder Flexport, het behoorlijk lastig hebben. “Convoy is gestopt, InstaFreight is failliet. Er zijn miljoeneninvesteringen gedaan toen het goedkoop was om geld te lenen, investeerders willen nu resultaten zien. Toch doen ze niets anders dan wij, als er geen match is tussen een verlader of carrier, dan moeten zij ook gaan bellen op zoek naar vervoerders. Dat doen wij al bijna dertig jaar. Een digitale expediteur klinkt hip, maar achter de schermen doen ze hetzelfde als wij.”
Klanten eisen leverzekerheid en oplossingen bij problemen, dus moet een expediteur creatief kunnen zijn. Het is en blijft mensenwerk volgens Spijksma. In zijn ogen is het de kunst om softwaretools in te zetten daar waar de mens geen waarde toevoegt. De rol van een expediteur zal wat hem betreft zelfs aan belang winnen, mede door de arbeidsmarktproblematiek. De uitdagingen op de arbeidsmarkt nemen alleen maar toe in de komende jaren. Het tekort aan chauffeurs in Europa bedraagt volgens de IRU nu 230.000, een getal dat in 2028 zal stijgen naar 750.000. “Door nauwer met klanten samen te werken en de eigen vloot, hopen we daarop in te spelen. Je moet als bedrijf meer een strategisch partnership aangaan.” Het bedrijf investeerde mede hierom in inmiddels honderd opleggers en wil dit aantal uitbreiden.
Meer is nodig dan alleen hoge leverbetrouwbaarheid
Naar de toekomst toe krijgt vooral het informeren van klanten een steeds grotere rol. Spijksma zegt daarover: “Als je nu niets zou doen met real-time visibility, dan accepteert de klant dit nog vanwege de hoge leverbetrouwbaarheid. Maar er komt een moment in de toekomst dat alleen een hoge leverbetrouwbaarheid niet volstaat, dat de klant een lagere leverbetrouwbaarheid best wil accepteren als hij dit maar real-time hoort, zodat hij op de afwijking kan inspelen.”
Er is nog een ander aspect dat Spijksma wil benoemen. “Vervoerders kunnen door het oplopende chauffeurstekort niet meer elke klus aannemen. Dus is het aan expediteurs om te zorgen dat transporten alsnog plaatsvinden.” Uitdagingen zijn er volgens hem, aanvullend aan de arbeidsmarkt, volop: “De administratieve lastendruk is enorm toegenomen. Daar kijken we, mede doordat het lastig is om medewerkers te vinden, naar de inzet van AI. Zo willen we mensen inzetten waar ze waarde toevoegen. Administratieve handelingen die geen waarde toevoegen moet je automatiseren.”
Liever investeren in uitgebreid TMS
Caroline Rooskens
Vanuit de expediteurswereld is lange tijd met een scheve blik gekeken naar de opkomst van digitale expediteurs en de snelle groei van allerlei platformen die zicht op de keten bieden. Iedereen is daar op eigen manier mee omgegaan. Rooskens Group in het Limburgse Buggenum bijvoorbeeld besloot geen gebruik te maken van deze tools. Het bedrijf koos ervoor een uitgebreid TMS te implementeren en de visibility zelf te regelen in samenwerking met de transporteurs. Directeur Caroline Rooskens zegt, dat ze niets kan met de wetenschap dat een zending acht uur eerder vertraging heeft opgelopen. “We hebben een strategie bepaald en willen daaraan vasthouden. Als familiebedrijf zijn we, denk ik, ook wat beter in staat om grotere investeringen te doen, zoals de implementatie van onze Oracle transportmanagementsoftware.”
Dertig jaar geleden begon Rooskens met expediteurswerk. Ook toen al ving de directie geluiden op over een lastige marktsituatie en de onzekere toekomst voor expediteurs. “Maar als ik nu zie wat de behoefte van klanten is, dan merk ik dat de logistiek steeds complexer wordt en dat meer advies nodig is. Dan kan ik niet anders dan constateren dat bedrijven op zoek zijn naar partijen die ze werk uit handen nemen. Een order afhandelen vergt kennis van de klant. Er is overleg nodig met onze medewerkers, klanten willen ontzorgd worden. Een digitaal platform kan dat nooit zo goed als wij het doen.”
Lees ook: Expediteurs, een uitstervend ras (onderzoek Jeroen de Vries – 2012)
Koppelen met vrachtuitwisselingsplatform
Het expeditiebedrijf mikt specifiek op de spotmarkt en dat laat zich volgens Rooskens minder goed vangen in een standaardproces. Daarom koos de onderneming voor een uitgebreider TMS, waarmee het naar eigen zeggen meer kanten op kan. Bij elke stap die het zet staat inmiddels het TMS centraal. “We doen niets buiten het systeem om, het TMS moet renderen. Dat lukt met deze standaard.” Volgens Rooskens is deze keuze op den duur goedkoper dan zelf een systeem ontwikkelen en dat bijhouden.
Nu de basis van dat systeem is uitgerold, wil Rooskens er aanvullend integraties met vrachtuitwisselingsplatforms ontwikkelen, zoals TimoCom en Transporeon. “Onze focus op de spotmarkt maakt ons anders dan onze concurrenten. Het komt vooral neer op het managen van uitzonderingen. De verhouding tussen onze control-tower en de spotmarkt moet ongeveer fiftyfifty zijn, zodat de groei voorspelbaar wordt.” Met de control-tower functie voorkomt Rooskens naar eigen zeggen verrassingen.
We zijn zelf maar met klanten over CO2 in gesprek gegaan”
Het bedrijf groeit nadrukkelijk, ondanks de uitdagingen die het tegenkomt. Opvallend genoeg horen CO2-rapportages nog niet tot de uitdagingen. “Dus zijn we zelf maar met klanten over dit onderwerp in gesprek gegaan. Bedrijven willen vaak pas veranderen als er een verplichting is.” Toch is duurzaamheid als thema wel in opkomst. “Ze willen gemiddeld niet meer betalen voor een duurzamere auto, althans, in Nederland en Duitsland niet, in Scandinavië wel. Wat wij moeten doen is vooruitkijken en flexibel zijn.”
Andere positie in een veranderende markt
Machiel Roelofsen
Bezig zijn met de toekomst is ook wat Rotra doet, na de verkoop van de activiteiten als logistiek dienstverlener. Nu is het bedrijf vooral expediteur met een sterke focus op digitalisering. Directeur Machiel Roelofsen zag de markt inderdaad veranderen. “Het geluid over een moeilijke markt voor expediteurs kwam voort uit de consolidatieslag. Het is dan de vraag hoe je jezelf wilt positioneren in een veranderende markt. De nieuwe tijd, waarin de wereld continu verandert, is de standaard. Daarin moet je meebewegen.”
Digitaal waar het kan, persoonlijk indien nodig”
Dat veranderen nam Rotra serieus. De onderneming transformeerde zich tot volledig digitale expediteur met een eigen IT-platform. Het ontving eind 2023 de FD Gazellen award voor drie jaar ruime groeicijfers. Hoe omschrijft Roelofsen zijn bedrijf? “Digitaal waar het kan, persoonlijk indien nodig. Zoiets doe je niet even, het vereist een aanpassing van de organisatie. Aanvullend ons eigen systeem verbinden met alle airlines, reders, truckers, douanestations en klanten en die data bij elkaar brengen. Voor een paar zendingen is dat wel handmatig te doen, maar voor duizenden of honderdduizenden is dat onmogelijk.” Roelofsen vindt dat een traditionele expediteur vandaag de dag door de complexiteit ‘exceptionele’ mensen nodig heeft voor het afhandelen van normale zendingen, terwijl Rotra werkt met ‘gewone’ mensen die gebruik kunnen maken van exceptionele systemen. Hij zegt daarmee het hoogst haalbare serviceniveau in de markt te kunnen bieden. “Hierdoor groeien we sneller dan de markt.”
Druk neemt toe op digitalisering
Een digitaal platform als Flexport is veel groter dan Rotra. Roelofsen kijkt daar niet van op. Hij ziet dit bedrijf niet als een gevaar voor zijn eigen onderneming, wel heeft hij respect voor wat de digitale expediteur heeft bereikt. “Zij waren de eerste hiermee. Maar wij komen vanuit ander verleden en hebben ervoor gekozen eerst de basis te leggen door een eigen TMS te bouwen, noem het de pizzabodem, en daarna de topping in de vorm van het klantportaal. Flexport deed het andersom.” Rotra ontwikkelde een eigen ERP en ontsluit inmiddels vanuit de platformgedachte data naar klanten. Dat platform heet RotraNext.
Roelofsen verwacht dat de huidige groei doorzet, niet alleen bij Rotra, maar ook bij andere expediteurs die digitaal hun zaakjes op orde hebben. “Waar wordt een supply chain directeur of logistiek manager blij van? Hij of zij krijgt de opdracht om de keten te digitaliseren, terwijl de logistieke afdeling druk is met dagdagelijkse zaken en krap in het personeel zit. Koppel je met ons systeem, dan maakt dat het leven van deze personen makkelijker. De logistieke afwikkeling is via een API in één keer gedigitaliseerd. Daarmee kan de logistiek manager bij zijn leidinggevende aankloppen.”
Aangescherpte regels uit Europa
Weinig onrust dus, zo lijkt het, onder de expediteurs, die vooralsnog veel groei denken te kunnen realiseren. Dat vereist wel continu meebewegen met de markt en nadrukkelijk investeren in technologie. Er is volgens Fenex weinig reden om aan te nemen, dat de rol van expediteurs is uitgespeeld. Liesbeth Slappendel: “Al decennia hoor ik dat expediteurs op uitsterven staan, maar de wereld is complex en dat biedt kansen, maar ook gevaren. De grootste verandering die ik nu zie is dat de hoeveelheid regelgeving toeneemt, evenals de complexiteit. Daarbij kunnen expediteurs toegevoegde waarde leveren. Tot het moment dat risico’s niet meer aanvaardbaar zijn.”
Dat laatste speelt steeds meer op. Europese regelgeving maakt de aansprakelijkheid van expediteurs groter. “Dat zet bedrijven aan tot iets juist wel of niet doen. Als fulfilmentpartij bijvoorbeeld kun je aansprakelijk gehouden worden voor alles wat de producten betreft. Kun je of wil je dat nog verzekeren?” Vanuit de branchevereniging ligt daarom de focus op het informeren van wat er aan regelgeving aankomt, maar ook in overleg treden met andere organisaties zoals Evofenedex.
Slappendel: “We zijn daarnaast niet bang voor concurrentie voor onze leden, mits alle bedrijven onder gelijke voorwaarden kunnen opereren.”